Ons DNA is op een bepaalde manier samengesteld, dit noemen we de genetische informatie. Hier kunnen we bijvoorbeeld de erfelijke kenmerken uit op maken.
Het erven van eigenschappen gaat via de genen. De genetische informatie halen we uit ons DNA. Deze komt van de chromosomen, dit zijn een soort strengen. Hierop zitten de genen. En elk gen is een stukje DNA, dus een klein stukje van de genetische informatie die we kunnen ontdekken. Er zijn meer dan 20.000 genen. Deze erf je van je vader en moeder.
De gigantisch lange streng van basenparen kan worden onderverdeeld in kleine specifieke eenheden die de erfelijke eigenschappen bepalen. Elke eenheid, een gen, bevat de genetische informatie voor een eiwit en bepaalt de uitingsvorm van een erfelijke eigenschappen van een individu.
De base maakt verbinding met de complementaire (aanvullende) base van de ander DNA-streng. Door onder andere de verbindingen van de basen, de zogenaamde basenparen, vormt DNA zijn kenmerkende dubbele helix. De grootte van genen varieert bij mensen van een paar honderd tot meer dan twee miljoen basen per gen. Wetenschappers hebben bepaald dat de mens zo’n 20.000 tot 25.000 genen bezit.
Regelmatig wordt in de media gezegd dat er ‘een gen gevonden is’ in relatie met een bepaalde eigenschap, kenmerk of ziekte. Wat hier vaak mee bedoeld wordt is dat niet alleen een betrokken gen is gevonden, maar ook dat die functie beïnvloed wordt door een genetische variant.
Ook wordt regelmatig gezegd dat ‘iemand drager is van het gen’ of ‘ik bezit het gen dat zorgt voor…’. Het klinkt dan alsof niet iedereen dit gen zou bezitten, echter bezit iedereen alle genen, maar niet iedereen dezelfde varianten. De variant(en) van een gen dat iemand bezit bepaalt hoe de eigenschap, die het gen bepaalt, zich openbaart. Op deze manier krijgen we steeds meer genetische informatie.
Kijk nu in onze shop en ontdek wat wij te bieden hebben.
