De meeste kinderen groeien op met opa’s en oma’s: de lieve oude mensen van wie je zo veel mag als kind, een makkelijke en goedkope oppas als de ouders moeten werken. Dit is niet altijd zo geweest. Van oorsprong bestonden er geen opa’s en oma’s. Men was ‘ingesteld’, dat men overleed als de men de vruchtbare leeftijd gepasseerd was en de kinderen waren opgevoed. Het was erg belangrijk om veel kinderen te krijgen, want dan zouden de genen doorgegeven worden. Als je dus ‘klaar was’ met kinderen krijgen en deze kinderen groot had gebracht, zat de taak erop. Vervolgens kregen deze kinderen ook weer kinderen en zo ging het door.
Evolutie
Door evolutie bleven mensen, met name vrouwen, steeds vaker langer leven – de opa’s en oma’s ontstonden. Het langer leven van de mensen had een goede reden: voornamelijk oma’s konden helpen bij de verzorging van de kleinkinderen. Dit maakte het werk voor de moeder lichter, waardoor zij weer meer kinderen kon krijgen.
Alzheimer-gen
Maar hoe komt het dan dat mensen langer bleven leven? Uit verschillende onderzoeken komt een theorie naar voren, ook wel de ‘grandmother hypothesis’ genoemd. Hierin staat dat er een gen is dat er voor zorgt dat alzheimer wordt tegengegaan. Er zijn verschillende varianten mogelijk. De ene variant vergroot een aanleg op het krijgen van Alzheimer, waar de andere variant aanleg geeft voor het niet ontwikkelen van Alzheimer.
Medicijn
Het is zeer interessant om meer onderzoek te doen naar het Alzheimer-gen en wat dit precies doet. Hierin kan waarschijnlijk ook worden gevonden hoe het komt dat je geen Alzheimer hebt als je jong bent, maar als de leeftijd van 70 á 80 bent gepasseerd, je wél symptomen ontwikkelt van Alzheimer. Wat zorgt er voor dat het betreffende gen al die jaren niet tot uiting komt en daarna ineens wel? Door onderzoek moet dit duidelijk worden en zal ook duidelijk worden of dit kan worden gebruikt om een medicijn te ontwikkelen tegen Alzheimer.
Wil je meer weten? Lees dan hier het volledige artikel over het Alzheimer-gen.